Carina Bezemer

Als je klanten wilt moet je zien op te vallen tussen anderen die hetzelfde bieden als jij. Dat geldt voor de kapper, een bloemist of een autobedrijf. Ogenschijnlijk bieden ze een vergelijkbaar product en toch heb je je favorieten. Zo is het ook bij organizers. Waarom komt iemand uit Den Haag bij mij en belt iemand uit Gouda een collega in Rotterdam? Blijkbaar vinden ze bij de een iets wat ze bij een ander missen en andersom.

Door: Carina Bezemer-Wagemakers

Toen ik begon als organizer wilde ik iedereen wel helpen bij het bedwingen van de chaos. Ik nam elke klus aan, maar voelde al snel dat het ene me veel beter lag dan het andere. Ook had ik met sommige klanten een goede klik en met anderen veel minder. Hoe fijn het ook was als er iemand belde met een opdracht: soms was het beter om die niet aan te nemen.

Ideale klant = ideale organizer

Wat mij geholpen heeft om de klant te vinden die bij mij past is het volgen van cursussen over communicatie en marketing. Daar word je ‘gedwongen’ om uit te zoeken wie je zelf bent, wat jou drijft en met wie jij je verbonden voelt. Je ‘ideale klant’ is de klant die je het liefst zou hebben. Wat niet betekent dat je anderen niet mag helpen, maar je richt je op dat ene type, bijvoorbeeld hoogopgeleide tweeverdieners of vrouwen van middelbare leeftijd die veel zorgtaken hebben.

Het grappige was dat mijn ideale klant heel veel op mijzelf bleek te lijken qua leeftijd, interesses en levenservaringen. Juist daarom kan ik goed inspelen op de behoeften van hem/haar. En dit helpt potentiële klanten weer om in te schatten of ik hun ideale organizer ben.

Goed doorverwijzen

Daarnaast heb je misschien dingen meegemaakt in je leven die je net dat extraatje geven waarop mensen aanhaken. Zo niet, dan kun je doorverwijzen naar een collega. Beter een goede doorverwijzing dan een klant die je maar matig helpt en daarmee het vak een slechte naam bezorgt.  Ik moet er zelf bijvoorbeeld niet aan denken om de verhuizing van een ander te organiseren of werknemers timemanagementtrainingen te geven. Anderen zouden opzien tegen de lange trajecten van de WMO die ik graag doe.

Vertrouwen

Om te weten wie je collega’s zijn en wat zij te bieden hebben, moet je ze leren kennen. In de loop der jaren heb ik met veel collega-organizers en andere ondernemers contact gezocht, één op één. Zo’n gesprek heeft veel meer impact dan een kaartje uitwisselen of linken op LinkedIn.

Er is natuurlijk wel eens overlap in werkzaamheden, maar meestal vul je elkaar aan. In Gouda, waar ik woon, waren een paar jaar geleden wel zes organizers. Toch was er zoveel verschil tussen ons, dat we elkaar in de praktijk niet vaak tegen kwamen.

Voor doorverwijzen is natuurlijk wel vertrouwen nodig. Dan kun je niet alleen doorverwijzen, maar ook eens bellen om te sparren of om advies te vragen. Ik zie mijn collega’s dus niet als concurrenten, maar specialisten in een eigen niche. Daar worden we allemaal beter van.